- bouwjaar
-
onderbouw 1853
- bestemming
Het malen van graan, thans op vrijwillige basis
- molenmaker
- Fa. Tacoma, Stiens (achtkant, 1992); fa. Groot Wesseldijk, Lochem (gaandewerk, 1992)
- voorganger
- omwentelingen
- geschiedenis
-
Korenmolen De Hoop te Stiens dateert in eerste instantie uit 1853. Toen werd deze stellingmolen gebouwd en deed vervolgens tot 1922 dienst. Eenmaal buiten bedrijf heeft men de molen tot op de stenen onderbouw afgebroken.
In 1976 kocht de gemeente Leeuwarderadeel die onderbouw voor ƒ 12.500,-- aan, waarna in september 1977 op suggestie van de directeur gemeentewerken, D. Kuipers, door bouwbedrijf Tacoma uit Stiens werd begonnen met de reconstructie van een echte windmolen. Deze nam bijna twee jaar in beslag.
Op 9 mei 1979 was de rehabilitatie voltooid. De totale kosten kwamen op ƒ 595.000,-- waarvan de gemeente Leeuwarderadeel ƒ 275.000,-- voor haar rekening nam.
Na de restauratie richtte men "Molen De Hoop b.v.” op. Doel was, deze molen op professionele wijze te laten malen. Drijvende kracht hierachter was J. Bijlsma, bakker te Stiens. Er werd gemalen voor Echte Bakkers in heel Fryslân. In 1980 werd G.J. Klijnstra uit Kubaard benoemd tot molenaar, later voegde zich Bas Kalkman daarbij.
Molen en onderneming gingen evenwel (voorlopig) ten onder: op 1 januari 1992, Nieuwjaarsmorgen, kwam een vuurpijl in het rietdek terecht en als gevolg verbrandde De Hoop kansloos. Wéér stond er van De Hoop te Stiens alleen nog de onderbouw: de bovenbouw was ten tijde van de brand nog geen 13 jaar oud!
Dankzij efficient handelen van verzekeraars (ook de bewoner van Stiens die de vuurpijl had afgestoken had zich direct gemeld) en andere instanties kon ongekend snel met de herbouw worden begonnen: binnen een jaar, op 1 december 1992, was de molen zover klaar dat de roeden gestoken konden worden.
Op 23 april 1993 werd de molen heropend. Een hypermodern computergestuurd maalbedrijf werd gestart, waarbij ondanks het grote aandeel van de automatisering een voorname plaats was ingeruimd voor de twee op windkracht aangedreven koppel stenen.
Helaas: het werd geen succes, niet zozeer vanwege de opzet, maar vooral doordat het tij voor ambachtelijk graanmalen inmiddels was gekeerd: de verzadiging van de markt had inmiddels opgetreden en het bedrijf heeft daardoor nooit echt optimaal kunnen functioneren. Na vertrek van molenaar Klijnstra in 1998 nam Cees Notenboom het bedrijf over, maar rond 2002 kwam de molen stil te staan.
In 2004 kwamen molen, inventaris en de naastgelegen graanschuur in handen van de gemeente Leeuwarderadeel. Een groep vrijwillig molenaars richtte intussen een stichting op met het doel, de molen te beheren. Sindsdien wordt op de molen op bijna alle zaterdagen gedraaid en meel verkocht. Ook maalt men sinds enige jaren weer voor een lokale bakker.