- toelichting naam
Deze molen is vernoemd naar de (nu grotendeels verdwenen) Grote en Kleine Stadspolder, waarvan hij een restant nog kan bemalen.
- unieke eigenschap
De stenen romp vertoont een merkwaardige 'flesvorm'. Bij geen enkele molen in Nederland was dat zo duidelijk aanwezig als hier, tot 2010: toen werd de stenen romp van boezemmolen Nr. 6 te Haastrecht na bijna 100 jaar onttakeling gecompleteerd. Die (veel grotere) molen heeft eveneens in sterke mate die bijzondere vorm.
- literatuur
F. Grims, Ontstaan en geschiedenis van de poldermolens in Leiderdorp (Leiderdorp 2009), pp. 187 - 204.
- trivia
De Slaaghsloot, waarop de molen uitmaalt, wordt vanouds "Stinksloot" genoemd. Al in 1835 wordt in Leidse kranten deze naam gebruikt. Vooral later werd die naam niet zozeer bekend als wel berucht: allereerst vanwege het rioolgemaal dat hier stond (allang vervangen door een zuiveringsinstallatie), maar ook omdat hier de dode dieren uit de stad werden begraven. Die werden in een groot gat gedumpt waarover vervolgens ongebluste kalk werd gegooid. Maar evengoed kon het vlakbij de molen onverdraaglijk stinken: het kwam wel voor dat men de kalk was vergeten en molenaar Merbis aarde op de ontbindende massa moest scheppen om de ergste stank te remmen. De kleine molenaarswoning is anno 1936 dan ook gebouwd omdat Merbis min of meer de molen uitstonk! (Merbis had zelf ook, niet onterecht, een woning in Leiden, op de Maresingel).