De Mees was waarschijnlijk een snuifmolentje. Een gedicht dat destijds bij molenaars en arbeiders bekend was maakte melding van "de Mees, die is een dwerg".
Bron: Jaarboekje Rotterdam 1969 nr. 76. Verzameling H. van der Kaay.
"M.M. van der Loeff en L. Beumer, Makelaars te Rotterdam, zullen op Woensdag den 10 October 1792, des namiddags ten 3 uuren, in het Logement des Zwynshoofd, veilen en verkoopen een florisante Fabriek, bestaande in een Lakmoes-, Piatindigo en Schuytgeelmaakery, mitsgaders een Loodwit-, Verf, Drogeryen- en Snuifmolen, met deszelfs Woonhuys en Lootsen, met alle de vasten Gereedschappen daar toe behoorende; als mede een wel aangelegde en net beplante Tuyn, voorzien van Exquise Vrugtboomen, Broei- en Trekkassen, met een aangenaam Uitzigt hebbend Tuynhuys, alles annex den anderen gelegen en staand op Stads Grond, buiten de Oost Poort Rotterdam, op het Rusland aan de Rivier de Maaze; twee dagen voor en op den Maandag te zien. Inmiddels uit de hand te koop, en nadere onderrigt begeerende adresseere zig by voorn. Makelaars."