Uit de windbrieven blijkt dat de twee korenmolens van Oud-Beijerland (dbnr. 4703) en Nieuw-Beijerland steeds in handen waren van dezelfde opvolgende eigenaars. Voor de twee korenmolens tezamen werden meerdere windbrieven (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) verstrekt:

1621 (6 december) en 1628 (19 april), aan Lenert (ook: Leendert) Cornelisz., erfpachtsom 700 pond
1635 (17 augustus), Cornelis Willemsz. Hippel, 700 pond
1643 (27 februari), 1650 (18 januari), 1651 (7 augustus), 1657 (5 maart) en 1664 (26 november), Joost Jacobsz. Goutswaert, in 1643 molenaar in Klaaswaal, voor respectievelijk 700 pond, 700 pond, 8 pond, 575 pond en 575 pond.
1680 (30 januari), Bastiaantje Cornelis Dronckert, weduwe van Jacob Arijensse Corvinck, 550 gulden
1718 (10 mei), Jan Jansz. Bogaert, 500 pond.

Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens)

Uit de windbrieven lijkt het er op dat er rond 1651 met één van de twee molens iets is gebeurd. Welke van de twee molens dat betreft is niet duidelijk. De vervanging van deze molen in 1703 komt niet naar voren uit de windbrieven.