trivia
Vanwege een herinrichting van het terrein werd in 2017 archeologisch onderzoek gedaan op de twee plaatsen waarop in het kadaster van 1832 een poldermolen staat vermeld (molens 3 en 4). Een plek werd geheel blootgelegd, bij de andere werd alleen een proefsleuf gemaakt.
Heipalen in het patroon van een poldermolen kwamen aan het licht, met acht poeren van ca. 1,25 m in het vierkant, elk met 13 tot 17 heipalen. In het midden zaten clusters van palen die dienden voor de wateras en de haardplaats in de woonruimte. In de oostelijke helft bevonden zich verschillende houtconstructies en een bakstenen keermuur van 6,5 m lang. De opening voor de wachtdeur was dichtgemetseld, hetgeen te maken zal hebben met de vervijzeling. De binnenmaat van de opleider bedroeg 54 cm. Enkele palenclusters in de centrale as van de molen duidden op steunpunten voor de vijzel.
Beide molenplaatsen zullen in het nieuwe inrichtingsplan als lichte verhogingen in het landschap worden gemarkeerd.
Bron: "De archeologische kroniek van Noord-Holland 2017", blz. 26-29.
-----

Kaart van het beheersgeboed van de Uitwaterende Sluizen door Jan Jansz Dou, 1680. Herdruk uit 1745 in het Waterlands Archief, fotonummer 33_KA00314.