De molen bestond al rond 1600.
In de nacht van 4 op 5 december 1814 verbrandde de molen, vermoedelijk door opzet.
Bron: Jaarboek AMSTELODAMUM 83, 1991, blz. 147.

 
-----

De heer Prosius vertelt in een van zijn beide boeken over de geschiedenis van Ransdorp:
In 1803 werd de molen van de weduwe Jan Jansz Walboom (genaamd Maria Hadderat) verkocht aan Pieter de Leeuw de Bouter, afkomstig van Het Schaap bij Amsterdam (Tenbruggencatenummer 12227).

'Vergeefs vocht hij [d.i. dus Pieter de Leeuw de Bouter] tegen de bakkers om het maalloon op een hoger niveau te brengen. Het loon lag echter al hoger dan in de naburige bannen, zodat de poging om de korenmolen rendabel te kunnen houden, mislukte. Om het hoofd boven water te houden, begon De Leeuw de Bouter in 1805 koeien te houden. Het gevolg was dat er minder tijd was voor het molenwerk, dat de kwaliteit afnam en en het onderhoud van de molen werd verwaarloosd. Hoewel het hem lukte om in 1810 een forse verhoging van het maalloon door te voeren - ten opzichte van 1795 een stijging van 60% - bleef hij aandringen op nog meer, omdat de molen grote reparaties moest ondergaan. De verhoging bleef uit en in april 1813 verkocht De Leeuw de Bouter de achtkante molen en het bijbehorende huis aan Anthonie Rekoert."

Pieter verkocht zijn molen dus aan Arij Rekoert, de zoon van Anthonij Recourt (de naam verandert nogal eens). En hij vertrok naar molen De Pauw te Groot-Ammers (Tenbruggencatenummer 01489 a).
Ton de Leeuw den Bouter, 15 feb. 2020.

25-03-1752: Amsterdamse courant

Uyt de hand te koop een hegt, sterk, Agtkante Wind Koorn Molen  , staende in de Banne van Randsdorp , by ’t Dorp , met deszelfs Huyzinge, Stalling, Hooyberg en Molenschuyt; op deze Molen werden gemalen de Graenen van de Dorpen Randsdorp , Durgerdam en Holisloot daer onder 8 Bakkers. lemand gading daer in hebbende die spreeke met de Wed. Jan Bierman tot Broek in Waterland, voor den 18 April, zullende anders op den 20 dito, pyblyk geveyld werd.