Op 12 november 1257 bevestigde Paus Alexander IV de bezittingen van het klooster Ter Hunnepe. Naast landerijen en bezittingen wordt vermeld 'de plaats van de molen (Latijn: sedimen molendini) die u aldaar bezit'.
Waar de molen stond is niet bekend. Het klooster blijkt in 1339 en 1366 'twee hoeven lands op de Malthurst in Dremethe' te bezitten. De Malthorst is thans een boerderij, funderingsresten van kloostermoppen in en bij het huis zouden kunnen duiden op een spieker van Ter Hunnepe, maar ook van het Fraterhuis te Doesburg. Een herinnering aan een molen ontbreekt.
Bron: Hagens H. "M's Mulders Meesters" 1978 p. 194.