De molen wordt genoemd bij een transactie van 1 oktober 1234, Graaf Herman van Loon, zijn broers en zwagers ruilden de Varsseveldse Hof met toebehoren tegen de Hof Starkenrode te Winterswijk met het klooster Bethlehem te Doetinchem. De Hof wordt omschreven als 'onze curtis in Versevelde .... met akkers en bomen, omgeven door grachten, met de molenplaats ('cum loco molendinari') en de opstal ('ubstal') met de visvijvers daarbinnen gelegen'.
Op 6 januari 1292 werd de ruil bevestigd door Hermans nazaten.
De molen en de grachten werden van water voorzien door het van Aalten komende Slingewater, dat de boven de molen liggende gronden inundeerde en daar een groot reservoir vormde. De nu verdwenen brug in de weg van Varsseveld naar Harreveld heette Molenbrug, uit overlevering weet men hier nog van een molen.
Bron: Hagens H. "M's Mulders Meesters" 1978 p. 257.