bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Bron: Marrenga-Stapff A.J. "Verdw. Windm's in ZH" 1979 p. 101.
-----

Voor deze molen werd meermalen een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) verstrekt:

Op 2 maart 1541 voor de erfpachtsom van 128 karolus guldens, 10 stuivers, voor een molen staande in het Noordeinde aan Isaac Aertsz., van Den Haag. Op 17 januari 1547 voor 130 karolus guldens aan dezelfde IJsaac Aertsz. Op 12 september 1550 voor 132 pond aan dezelfde IJsaack Aerntsz. Op 15 november 1553 voor 140 pond aan dezelfde IJsaack Adriaensz voor de noordkorenmolen.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens)

In een windbrief voor de westmolen van 5 maart 1559 wordt Adriaen Claesz. genoemd als molenaar op de noordmolen.

Tenslotte werd op 12 maart 1571 een windbrief verstrekt voor de erfpachtsommen van 160 pond, 112 pond, 60 pond (respektievelijk) voor de 3 korenmolens van Adriaen Louweris, Pieter Jacobs en Adriaen Claesz., molenaars. De 3 korenmolens in Den Haag op dat moment waren de Noordmolen, Westmolen en Zuidmolen. Welke korenmolenaar en erfpachtsom bij welke molen hoorde is giswerk.