De eerste vermelding van de watermolen dateert uit 1215, toen Hendrik I, hertog van Brabant, hem schonk aan het klooster van Postel.
In 1738 verkocht het Rijk ondermeer deze molen en de Vorsselse watermolen aan Lambert de Bock.
In 1825 werd toestemming verleend om de watermolen te mogen ombouwen naar watervluchtmolen. Doch voor het zover was gekomen, brandde de molen op 12 november 1826 om 3 uur 's morgens af. In 1827 werd een watervluchtmolen gebouwd.
Bron: Watermolens in Noord-Brabant vroeger en nu, Ir. Piet-Hein van Halder, 2010.
Krantenartikel gedateerd: 13-10-1934
De watermolen was eigendom van Frederik Hendrik, Hertog van Lotharingen, en is voor een koopsom van 9 Keulsche marken in eigendom overgegaan aan de Abdij van Postel. In het jaar 1847 kwam (de opvolger van deze molen dbnr 394) de molen in het bezit der familie Teurlings, die ook heden nog dit oude bedrijf voortzet.