De eerste vermelding van de korenmolen stamt uit 1421.
De Achterste watermolen bestond uit twee enkele molens die iets uit elkaar lagen, de korenmolen aan de hoofdtak van de Reusel en de oliemolen aan een oostelijke zijtak ervan (Tenbruggencatenummer 15015). Tot ca. 1650 was de molen bezit van de familie Vervlaest, later versnipperde het bezit door erfdelingen.
Begin 19e eeuw was de hele molen bezit van Cornelis van Gijsel, die tevens landbouwer was. In 1860 werd de molen vernield, Govert Teurlings, de molenaar van de Voorste molen, kocht in 1865 de restanten van de Achterste molen op.
Bron: "Watermolens in Noord-Brabant vroeger en nu", Ir. Piet-Hein van Halder, 2010.