In het archief van Werkendam bevindt zich een machtiging gedateerd 11 juni 1624, verleend door Michiel Gerritsz. Camerlingh, curator van den boedel en goederen van Jhr. Hendrick van Eck ende joffrouwe Yda van Bronckhorst, ambachtsvrouwe van Werckendam ten gunste van Cornelisz. van den Bosch, woonende te Werckendam. De laatste werd belast met het opzicht over de grienden, de rosmolen "en voorts op alles t'gene de heerlich.t van Wercken aangaat, niet uytgesondert".
Bron: Hist.Vereniging Werkendam, uitgave september 2007, samengesteld door Martin Boot en Bas voor den Dag.
-----
In een akte verleden voor schout en schepenen van Werkendam van februari 1652, staat dat Kornelis Pauwliszn. van Oosterhout, molenaar van de wint- en rosmolen met de geheele schuyr ende huysinge neffens de poort aen de westsijde, die huurde voor de tijd van zeven achtereenvolgende jaeren, de prijs bedroeg vijf gouden Carel guldens 's jaers.
-----
Oprechte Haerlemsche Courant, 30 maart 1688
"Men laet yder weten, dat de Wint-Koorn-Molen ende Ros-Molen tot Werckendam nu aenstaende Mey uyt haer Huur sullen wesen: Die genegen is, deselve weder in te huren, adressere sig aen den Schout tot Werckendam, of in den Haeg aen de Nots. Willem van den Berg."