Cornelis van Sandick, burgemeester van Wijk bij Duurstede, verzocht om een nieuwe watermolen in het jaar 1725. In 1726 verscheen een positief rapport van de 'Heeren Commissarissen geconsisteert bij de Agtbare Magistraat der Stadt Wijck' waarin oa werd voorgesteld de watermolen in het Wijkerbroek te plaatsen op dezelfde plek waar de oude molen had gestaan, te kiezen voor een wipmolen met een vlucht van 90 voeten omdat een achtkante molen 'te swaer van lighaem is'

Op 1 juli 1726 werd een 'agtkante watermole' molen aanbesteed aan Cornelis Vergeer.

01-07-1726: 's Gravenhaegse courant
De Heeren Geërfdens en Ingelanden van 't Wykerbroek, zullen op Woensdag den 10 July I726, des nanoens ten 2 uren, op den Stadhuyze binnen Wyk te Duurstede publykelyk aen den mirnstaenneemende aenbesteeden, het maken en stellen van een nieuwe Agtkante WATERMOLEN in hare voorschreeve Polder, met de Leverantie van alle de Materialen, zo van Hout , Kalk, Steen, Yzerwerk , Riet als anders daer toe vereyscht wordende; waer van het Bestek en Conditiën van aenbesteedinge te zien zyn tot Wyk te Duurstede, ter Secretarye aldaer; en tot Utrecht ter Secretarye des Kapittels ten Dom.

De jaren die volgend waren vrij droog en de molen bleek niet rendabel te zijn.
In 1736 werd nog fl 60,00 jaartraktement uitgekeerd aan de molenaar Arie Rietvelt.