bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
De molen lag 200 m stroomfwaarts van de Heiligegeestmolen. De eerste vermelding van de zeemleermolen voor de looiers dateert uit 1421. In 1499 werd de molen verkocht aan Jan Dounze om er een volmolen van te maken.

Het Domein verkocht de molen 'afkomende van het zeembereidersambacht" voor 5670.- aan Pieter Jan Vincent, Jan Coenen en Cornelus Coenaerts, in 1801 deden de beide eersten de helft over aan Jan Cazeau, koopman te Maastricht.
Op 15 mei 1820 werd de molen voor 6971.50 gekocht door Jan Roufflaer.

Bron: Maastricht, onbekende molenstad, Bert Lejeune, ca. 1994.

NB Lejeune vermeldt ook nog een verkoop uit 1840, maar de molen staat al niet meer in het kadaster 1811-1832. De genoemde percelen A 145-153 duiden in plaats daarvan op de Petersemolen (Tenbruggencatenummer 11061).