In Oldenzaal lag een stuk grond aan de Hofmeijerstraat in de nabijheid van de Proosdij van Oldenzaal, dat de Hofstede werd genoemd. Dit stuk grond werd later 'n Plas genoemd. Op deze plek werd, blijkens een vermelding in een ligger uit 1554, door de hofhorige boeren onder de Hof van Oldenzaal en ook door de boeren van de marke Berghuizen recht gesproken. Later is op dit stuk hofgrond door de stad Oldenzaal een rosmolen gebouwd. Uit de rentmeestersrekening uit 1601 blijkt het betreffende stuk grond inderdaad bezwaard te zijn met een jaarlijks aan de Hof te betalen tijns van 6 penningen.
In 1577 betaalde Evert Ketwich een tijns van de rosmolen op de Hofstede. In 1554 had de stad Oldenzaal nog aanspraak op de rosmolen gemaakt. In 1626 bestond de molen blijkens een plattegrond nog, later schijnt ze te zijn afgebroken of te zijn verbouwd tot een woonhuis, mogelijk voor de hofdienaar.
Bron: De Bisschopshof te Oldenzaal: van Prüms kloostergoed tot landsheerlijke
mantelhof?, ir. J.G.M. Oude Nijhuis en mr. R.F.A. Rorink, www.historischcentrumoverijssel.nl.