bouwjaar

1607

verdwenen

na 1770

geschiedenis

Op 14 augustus 1607 werd voor de erfpachtsom van 4 pond een windbrief (het recht om een molen te mogen bouwen en exploiteren) voor een 'coperslaende windmolen' te Amsterdam, buiten de stad, in de ban van Amstelland, aan de oostzijde van den Amstel, verstrekt aan Adriaen Block, van Amsterdam. Specifiek wordt opgemerkt dat de molen eerder in Kampen stond.
Bron en algemene informatie: www.gahetna.nl, index Grafelijkheidsrekenkamer: windrechten (molens).

De molen staat op een opmetingskaart uit 1629 van Cornelis Danckerts de Rij, over het straktrekken en een pad aanleggen langs de Amstel.

Op de kaart van Mol uit 1770 staat de/een molen aangegeven als runmolen, bij landgoed Amstelzicht.
-----

"De kopermolen, die in 1607 aan de oostzijde van de Amstel bij de Diemer- of Watergraafsmeer was gebouwd, is later ook een volmolen geworden."
Citaat uit "De Amsterdamse molens", art. door dr. S. Hart in Noordhollands Molenboek 1964, blz. 50.
-----

In 1607 kwamen twee Amsterdammers overeen buiten de stad, buiten de Regulierspoort, een molen om koper te slaan op te richten. De molen had eerst dienst gedaan in Kampen, was daar afgebroken en in Amsterdam weer opgebouwd. Erbij werden een "refineerhuis, koelhuys en smithuys" opgetrokken.
Het was misschien deze molen, die enkele jaren later door koopman en goud- en zilverdraadtrekker Pieter Lefebure werd verkocht aan een belangrijke combinatie onder leiding van Anthony Claesz de Jonge. In 1617 was de molen in andermans bezit.
Bron: "De Trippen in de 17e eeuw", dr. P.W. Klein, 1965, blz. 325.