bouwjaar
circa 1762 verbrand en herbouwd
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Niet lang na 1676 schijnt de oliemolen op deze plaats te zijn afgebroken en werd hier een hagelgieterij gesticht, Werklust geheten.

Op 1 juni 1697 verkocht Mr. Johan Hoeycoop, waterschout der Stad Amsterdam, deze hagelgieterij, zijnde een huis en erve groot 100 roeden met al het gereedschap, voor ƒ 1000 aan Cornelia Oosterom te Amsterdam (wed. van Arend Borset en hertrouwd met Andries Rutgers). De nieuwe eigenaren breidden het bedrijf flink uit, na het overlijden van Andries Rutgers namen zijn kleinkinderen, genaamd Raket, het bedrijf over.

In 1762 brandden de loodwitmolen, het smelthok, de eest, het pakhuis en de paardestal af en werden herbouwd.

Per 1 december 1787 werd het bedrijf voortgezet als rederij en sociëteit onder de firma Ruygrok, Nosse en Comp., met als firmanten Ruygrok, Nosse, Dulmen en Van Hal.

Bij een overdracht aan Jodocus Clemens van Hal op 14 september 1809 bleken alle gebouwen reeds gesloopt te zijn en had het terrein een oppervlakte van 12 deijmt en 368 roeden.

Bron: Landsmeer in dagen van weleer, D.H. Goede, Nijverdal, 1976, pag. 36. Uitg. Stichting 650 jaar Landsmeer en Watergang. Verzameling H. van der Kaay.
-----

Of dit een rosmolen of een windmolen was, wordt niet vermeld.
Op de kaart van Amstelland door Covens en Mortier uit 1749, staat wel een molentekentje.