Op het einde van de 19e eeuw hadden verschillende boeren een eigen rosmolen, welke gebruikt werd voor het malen van hun eigen voedergraan. Na de Eerste Wereldoorlog werden de rosmolens vooral gebruikt om de nieuwe dosmachines, die werden aangekocht ter vervanging van de eeuwenlang gebruikte vlegel, aan de nodige drijfkracht te helpen.
Zo heeft er bijvoorbeeld een gestaan op de hoeve aan de Vuchtschootse Loop, Rithsestraat 306. De heer J. van Etten vond hier tijdens restauratiewerkzaamheden aan de schuur een groot deel van een molensteen.
Bron: Molennummer Hage, Werkgroep Haagse Beemden, april 1976 no. 16.