Deze molen, waarschijnlijk een standerdmolen, werd samen met de grote molen in 1310 aan Jan de Ruisenaar in exploitatie gegeven.
In 1458 verkocht de familie De Ruisenaar de molen aan Jan Aelbrechtszoon, die de molen na een half jaar doorverkocht aan Dirk Peterszoon de Moelner. Zijn familie verkocht de molenrechten in 1532 aan Aert Mercelis Ruisenaar, doch reeds een jaar later nam de heer van Breda hem over. Vanaf 1532 werd de molen ook wel Dyrcxmolen genoemd, naar de koper uit 1458 of diens kleinzoon.
De laatst gevonden verpachting door de heer van Breda dateert van 1572, daar houdt het register op. In latere documenten ontbreekt de molen en op een kaartje van ca. 1600 staat nog slechts een vaag kringetje op de plaats waar de molen gestaan moet hebben. Daarom valt te vermoeden dat het beleg van Breda, dat in 1577 volgens Van Goor tot het afbranden van vele huize op de nabije Fellenoort leidde, ook het einde van de Dyrcxmolen betekende.
Bron: Molennummer Hage, Werkgroep Haagse Beemden, april 1976 no. 16.