bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
In 1733 kocht Jan Hoefnagels, pachter van de standerdmolen (dbnr. 6762), bij de publieke uitverkoop van de onttakelde water-oliemolen (Tenbruggencatenummer 13018) de gaande en roerende werken. Hiermee bouwde hij in 1734 nabij de standerdmolen een ros-oliemolen.

Hij vroeg hiervoor octrooi aan bij wat in zijn ogen de overheid was, het Huis van Bergen. Maar op 15 juli 1734 kreeg hij een bekeuring van ƒ 60 omdat hij een molen opgericht had zonder octrooi van de Raad van Brabant. Hierop ontspon zich een kluchtig gesteggel tussen de markiezen van het Huis van Bergen op Zoom, en de Raad en Rentmeester der Domeinen, over wie van beide nou ging over het recht van de wind en het gemaal. Uiteindelijke conclusie was dat binnen één gemeente en vaak uit één perceel twee cijnsen betaald werden: een aan Brabant en een aan de Heer van Herlaer (te Bergen op Zoom).

De familie Hoefnagels betaalde voortaan trouw voor de recognitie. In het kadaster van 1832 komt de rosmolen niet meer voor.

Bron: "De watermolens van Herlaar", Mechelien Spierings. Brabants Heem 1975 nr. 1. Verzameling H. van der Kaay.