De brand begon in de nacht van 18 op 19 oktober 1877 bij grutter H. Pompe in de Wittevrouwenstraat 36 en sloeg vervolgens over naar de Willemskazerne.
Leeuwarder Courant, 21-10-1877
Gisteren nacht even vóór half vier uur hoorde men te Utrecht de brandklok, blies de torenwachter, de verdere klokken deden zich hooren, de kleppen werden geslagen, en de brandspuiten trokken naar een zich op de Wittevrouwenstraat aldaar bevinden perceel, bewoond door den grutter H. Pompe. De brandweer kweet zich goed van haar taak, zoodat tegen half vijf ure door de hulp der spuiten het gevaar scheen geweken te zijn. Daar echter het achtergedeelte van het brandende perceel, zijnde het pakhuis met den grutmolen aan de Willemskazerne grensde, had bereids de massa vonken van het brandende graan, nadat de gruttersmolen en ook de keuken van het pand van den apotheker, den heer de Graaf, daaraan belendende, verbrand waren, zich over de kazerne verbreid. Weldra begon de houten hoek van het dak der kazerne vuur te vatten, en vond de vlam zooveel voedsel, dat zelfs de stoomspuiten niet bij magte waren den voortgang van gevaar te stuiten.