De eerste windmolen van Wageningen verbrandde in 1582, en werd 100 meter oostelijker herbouwd op de plek waar later de graanhandel van de Fa. Jac. van Rooyen aan de Generaal Foulkesweg was. Op deze hoger gelegen plek aan de toenmalige Molenweg was de windvang beter.
Tussen 1595 en 1610 waren de pandhouders Diederick van Eck en Josina van Salland.
In 1762 beklaagde Jan Sterk, korenmolenaar "Op de Hoogte" zich bij de Magistraat van Arnhem zich vanwege de verhoogde brandemmergelden. Jan Sterk klaagde in 1762 ook over de korenmolenaar op de Kortenburg (bij Renkum), hij reed 'met kar en peert' door Wageningen om koren bij de mensen op te halen, en dat vond hij oneerlijke concurrentie.
In 1785 ging deze molen ook door brand verloren. Twee jaar later stond er een nieuwe stenen beltmolen.