bouwjaar
>
verdwenen
afgebroken
geschiedenis
Hendrik van Beethoven, wagenmaker te Heerle, bezat een paardegrutmolen, die hij verkocht aan C.G.G. van Mansfeld. Na diens overlijden werden P.G. van Mansfeld c.s. de eigenaar. Rond 1889 werd J.B.J. Janssen, zaakwaarnemer te Wouw, de eigenaar.

Advertentie in courant De Grondwet, 19 feb. 1893:
AFBRAAK ENZ.,
F.J.L. Janssens te Wouw is voornemens woensdag 15 maart 1893 voormiddags 10 uur op den werf der woning van de heer A.J. van Son in de Roosendaalsestraat te Wouw publiek in kavels te verkoopen:
de afbraak van den paardengrutmolen afkomstig van P. van Mansfeld bestaande uit 3500 metselstenen, 1500 rode dakpannen, 40 sparren, 18 zolderbalken, eene partij zolderbalen [zolderbalken], panlatten, vensterluiken. De inventaris der grutterij bestaande o.a. uit een eerst [eest], een kroonrad met drie paar in zeer goede staat zijnde maalstenen, kuipen, karen, schoenen, spoorwielen, bonkelaars, schijfloopers [schijflopen], een seeftenkist, een buil met loopende zeeften, een buil met kast en toebehooren, 2 windmolens, 7 zeeften met 22 handbakken, een trap, een ton, 7 scherphamers, een strop, den bok met reep en verdere kleine aangehorigheden.


Bron: De Wouwse molens en hun molenaars, A. Meesters en H. Loos, Heemkundige Kring de Vierschaar Wouw 1983-3, blz. 32.