In 1732 verkoopt Dirck Clinkhamer uit Leeuwarden zijn 1/6 aandeel (waarschijnlijk geërfd van zijn oom Jacob Lourens Asperen) in deze resterende molen aan IJcke Goverts Potkast (vanaf dan 1/5 eigenaar), Johannes Pieter Potkast (1/5, zoon van Pijtter Hindrickx), Lubbe Alles (1/5), Gerrijt en Albert Tjallings (elk 1/10, zonen van Tjallingh Alberts), Tjebbe Johannes (1/10, zoon van Johannes Tiebbes) en Aleff van der Meulen (1/10). Dit was de molen met drie paar pelstenen.
In 1753 vermeldt het reëelkohier 'de molen op een afbreuk verkogt'. In 1754 wordt gemeld: 'de molen afgebroken'.
Ondanks het verdwijnen van deze laatste molen bij de bocht in de Schapendijk wordt nog tot 1897 als aanduiding van het huis ter plaatse 'de Brijmolen' gebruikt.
Bron: molens, mensen, bedrijven, overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen, 2016.