Jan Muusse kreeg op 28 april 1877 vergunning voor de bouw van een klein houtzaagmolentje door wind bewogen. Dit molentje kwam op een erf ten westen van zijn paltrok De Smid aan de Papenpadsloot in Westzaandam te staan. De volgorde van de percelen was als volgt: de markante paltrok met zijn balkenhaventje rondom de molen, een houtschuur van De Smid, nog een haventje en daarnaast de nieuwe molen van Muusse.
In zijn aanvraag bij het gemeentebestuur van Zaandam meldde hij dat zijn molen - zonder naam - alleenlijk dienst deed tot het zagen van latten en dat hij 380 meter voorbij de kerk van de Oud-Katholieken stond. Deze stond overigens op de andere oever van de Papenpadsloot.
De schuur, waarin Muusse een cirkuleerzaag plaatste, was 12,5 meter lang. De vergunning werd verleend op voorwaarde dat de molen op 2 mei 1878 in werking was (GAZ. OA 0207-78).
Wanneer dit molentje weer verdween is niet bekend.