Ik heb nooit stukken gevonden waaruit bleek dat Aeriaen van Someren ruzie met zijn vader had. Hij raakte wel in 1668 in staat van faillissement, waarna hij op de vlucht ging, en zijn boedel werd geveild, waaronder de oliemolen De Kat.
Ook is het zo dat vermalen van verfhout weliswaar verboden was, maar dat in de molens van Van Someren geen verfhout werd gebruikt, maar dat er zgn. aardverven werden gemaakt. Dat was een ander proces. Dat de Parseleimolen (Tenbruggencatenummer 06674 y) in 1669 werd afgebroken was een gevolg van het alleenrecht dat het tuchthuis in Amsterdam had.
Ron Couwenhoven, 13 dec. 2019.