bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Op 26 april 1645 kocht Aerjan Gerritsz. van Someren een binnendijks stuk land dat als volgt werd omschreven: ”Ao. 1645 26 april. D’eerzame Jacob Waligsz. Te Oost-Zaandam verkoopt aan de E. Cornelis Willemsz. van ’t Kalf en Aerjan Gerritsz. van Saendijck een stukje land op het Kalf voor ƒ 309,15,-. Dit landje is aan het Kalverdijkje gelegen".

Kort na de aankoop van dit stuk land liet Arjan van Someren hierop een verfmolen bouwen. Van Someren ontving op 11 januari 1646 de windbrief voor deze molen, als volgt beschreven in een notariële acte: ”Ao. 29 mei verklaart de eersame Aeriaen Gerritsz. woonende op de Zaendijck, dat de E. Heeren van de Rekening hem op 11 januari 1646 verleend hebben de gerechtigheid van de wind tot “een verwe ende southousaechende moolen” op ’t Kalf, belend de Kalverdijk ten westen en Cornelis Willemsz. ten oosten onder een erfpacht van 3 pond ’s jaars, stellende tot een hypotheek “de grond daer deese voorn. Moolen op staet, mitsgaders de moolen selffs”. Uit de aanduiding "belend de Kalverdijk ten westen" blijk dat de molen binnendijks stond.

Bron: zie Tenbruggencatenummer 06654 t.